Cruise langs de zuidkust van Kroatië
18 – 25 mei 2019
Eerst een beetje geschiedenis.
Illyriërs
Het zuidelijke deel van de Adriatische kust van Kroatië was al duizenden jaren voor onze tijdrekening bewoond.
De eerste geregistreerde inwoners waren Illyriërs.
De naam Dalmatië komt van de Romeinen maar waarschijnlijk verwijst hij naar de naam van een Illyrische stam, de Delmata.
Grieken en Romeinen
Vanaf de 4e eeuw stichtten de Grieken een aantal kolonies op de eilanden. De bekendste zijn Issa (Vis), Pharos (Hvar) en Corcyra Melaina (Korčula) en op het vasteland ondermeer ook Salona (Solin) in de buurt van het moderne Split.
Die Griekse invasie had tot gevolg dat de Grieken beroep moesten doen op de Romeinen om zich tegen de Illyrische bewoners te verdedigen. Dat leidde vanaf 229 tot een lange reeks Romeins-Illyrische oorlogen.
De val van de Dalmatische hoofdstad Delminium in 155 was het begin van de Romeinse periode.
Het ineenstorten van het West-Romeinse rijk maakte van Dalmatië een slagveld tijdens de oorlogen tussen de Goten en de Byzantijnse keizer Justinianus I.
Ottomanen, Venetianen, Oostenrijkers en Fransen
De Ottomanen zagen ook wel brood in de regio en Kroatië verloor geleidelijk aan steeds meer grondgebied aan de Ottomanen.
Tegen de tijd dat het Venetiaanse bewind begon (1420) had Dalmatië ongeveer 30 veranderingen van soevereiniteit doorlopen. De Venetiaanse periode werd gekenmerkt door oorlogen tegen de Ottomanen.
In 1797 (Verdrag van Campo Formio) gaf Frankrijk Venetië aan Oostenrijk en zo werd ook Dalmatië Oostenrijks. In 1805 moest Oostenrijk Dalmatië afstaan aan Napoleon (Verdrag van Pressburg) maar na de val van Napoleon werd het terug Oostenrijks tot 1918.
Eerste Wereloorlog en Interbellum
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden grote gebieden waaronder Noord-Dalmatië aan de Italianen beloofd in ruil voor hun steun (Verdrag van Londen, 1915).
Dit geheime verdrag bemoeilijkte de onderhandelingen voor een vredesregeling en het Verdrag van Rapallo (12 nov. 1920) tussen Italië en Joegoslavië gaf heel Dalmatië aan Joegoslavië, met uitzondering van de enclave Zadar (It. Zara) op het vasteland en de eilanden Cres, Lošinj (Lussino) en Lastovo. De Palagruza-eilanden, in het midden van de Adriatische Zee, werden ook Italiaans.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Joegoslavië opgedeeld door de Asmogendheden. Dalmatië werd geannexeerd door Italië maar in 1947 ging het naar Joegoslavië.
Sinds de onafhankelijkheid (1992) is het een provincie van de Kroatische Republiek met Split als provincie-hoofdstad.
Economie
Toerisme is erg belangrijk voor de economie met als bekenste steden Dubrovnik en Split. Voor het overige is de economie vooral agrarisch, ongeschikt voor de teelt van granen maar gunstig voor olijfbomen, groenten en vooral wijnstokken.
Bauxiet wordt geëxploiteerd door de aluminiumraffinaderij in de buurt van Šibenik en in de buurt van Split leveren kalksteengroeven de grondstof voor een groot deel van de cementproductie.
Er zijn ook chemische- en voedselverwerkende fabrieken en Split heeft scheepswerven waar ook het schip waar we mee op reis gaan gebouwd is.
De rivieren zijn voor het overgrote deel onbruikbaar voor de scheepvaart maar hun steile verval maakt ze een bron voor hydro-elektrische energie.